Collectie ‘Betekenis’

be·te·ke·nis; zelfstandig naamwoord de v • be­te­ke­nis­sen; 1 dat­ge­ne wat een woord of een sa­men­stel van woor­den wil zeg­gen; 2 dat­ge­ne wat door eni­ger­lei voor­stel­ling, bv. een sym­bool, te­ken of he­ral­di­sche fi­guur, wordt uit­ge­drukt; 3 dat wat iets, bv. een daad, be­gin­sel of kwes­tie, zeg­gen wil strekking, zin; 4 ge­wicht, be­lang.

Berichten

Het geluk van zwerven

De schrijvers Ilja Leonard Pfeijffer en Rosita Steenbeek schreven er al over in ‘De filosofie van de heuvel’ of ‘Op de fiets naar het orakel’. Over de eenvoud van het zwerven op de fiets. Over de enorme rijkdom die daar in verscholen ligt. Je stapt uit het normale patroon...